dinsdag 17 juli 2012



Dntel: "Aimlessness" (Pampa Records)

7.0

Met zijn 4e officiële album “Aimlessness” neemt Dntel – aka Jimmy Tamborello – afstand van de klare electrofolklijn, die hij minutieus uitstippelde op de vorig jaar (in deluxe editie) heruitgebrachte instant klassieker “Life Is Full of Possibilities” en de Sub Pop-worp “Dumb Luck” uit 2007. Nummer 4 vindt terug meer aansluiting bij het abstracte glitchy patchwork uit zijn beginperiode. Met een beetje goede wil kan je tussen de niet aflatende knetterende ruis zelfs een moody conceptplaat ontwaren. Een acute aanval van slapeloosheid kan ook helpen.

Zijn ontmoeting met DJ Koze in thuisbasis L.A. en de daaropvolgende verhuis naar diens Berlijnse label Pampa Records zijn ongetwijfeld medebepalend geweest voor de muzikale heroriëntering. Koze fungeerde als overzees klankbord en mentor tijdens de opnames. En hij zag in Dntel de uitgelezen partner om zijn ietwat onderkoelde, minimalistische portfolio, met acts als Isolée en Robag Wruhme, een diffuser en meer kosmopolitisch cachet aan te meten. Tekenend voor de nieuwe aanpak is de gewijzigde incorporatie van de gastvocalisten. Dntel is altijd al een liaison officer par excellence geweest, die erin slaagde de juiste samenwerkingsverbanden aan te gaan en relevante vocalisten uit te nodigen. Ditmaal zijn ze niet alleen met een pak minder maar worden ze ook anders aangewend. Terwijl je vroeger het gevoel had dat de nummers in functie van de gasten werden geschreven, staan de vocale interventies nu eerder ten dienste van het groter geheel. Als mood katalysator weet hij zijn kompanen Baths en Night Jewel netjes in zijn blury universum in te passen. 

En je moet het maar durven: “Aimlessness” als titel kiezen. Dit komt zeker niet van de marketingafdeling. Doelloosheid kan duiden op “niet meer weten van welk hout pijlen maken“. Het kan ook betekenen dat je als artiest annex controlefreak even alles loslaat en aan het toeval overlaat. De armen los naast het lichaam en de nekspieren even losgooien. Ad random prikken. Onstuurbare mood swings. Een auditieve stream of consciousness die op het einde van de rit toch een ongewilde eenheid oplevert.
Vink in het geval van Dntel de tweede optie maar aan.

Openingstrack “waitingfortherest II” is de obligate voorbereidende intro op wat komen gaat. “Morgenstimmung” van Edvard Grieg door de glitchmangel gehaald. Een haperende Nilfisk-ode aan het ochtendlijk ontwaken. Halverwege het nummer voel je de onweerstaanbare drang om “Schip Ahoy !” te bulderen. “Jitters” start met verdwaalde af- en aanrollende zeegolven en ontpopt zich vervolgens tot een dartele polyfonisch up-tempo spring-in-het-veld. Binnen zonder kloppen. De welgekomen verfrissing van een parelende gin-tonic die voor je neus wordt gedropt op een zonovergoten terras.
Bij “Still” ga je op ’t puntje van de stoel zitten. Wachten tot de rijpe zweer openbarst en de gele pus tegen de brilglazen uiteenspat. Maar dit gebeurt niet en de track degradeert een beetje tot eeuwige belofte ondanks de vocale cameo van Will Wiesenfeld (Baths). Net iets te veel lamleggende repetitieve herhaling van dat ene riedeltje zonder verdere exploratie. “My Orphaned Son” lijkt een beetje ziek te zijn in hetzelfde bedje maar wordt halfweg gered door het geniaal invallende out-of-sync pianothema, het aanzwellende ritme en de zich langzaam ontpoppende zanglijn.

“Bright Night” is de benchmarking blauwdruk van het album. Na de geruststellende intro word je plots overvallen door episch trompet- en hoorngeschal. “The Emperor’s at the gate!”. Erg jazzy qua aanvoelen én opbouw: main theme – freewheelen – main theme. “Retracer” grossiert in dezelfde whirling tristesse als pakweg Ametsub, Aardvarck, Plaid of Nosaj Thing om vervolgens te ontaarden in repetitief modulerende intelligent techno. “Puma” is de vreemde eend in de digitale bijt. Ruggegraat is een minimalistiche pianopartij à la Steve Reich of Michael Nymann, omsingeld door goedkope violen. De geruststellende fade-out, die normaliter het einde van een song aankondigt, wordt plotseling langs links voorbijgestoken door een cartooneske Moog Cookbook-treatment van het hoofdthema. “Santa Ana Winds” is niet meer en niet minder dan een Orbitaliaanse stijloefening met Nite Jewel als stemleverancier.

“Trudge” levert mits wat verblindende fantasie een nieuw genre op: clicks & cuts techno-jazz. De rechttoe rechtaan technodreun, aangemoedigd door een voorbijdenderende stoomtrein, wordt subtiel verminkt door cut & mashed up live-drumsamples en irritant modulerende synthstoten.

Na de cooling down Geotic-mix (diezelfde dekselse Will Wiesenfeld) van “Jitters” en het overbodige “Doc”, geeft outro “Paper Landscape” (opgebouwd rond een sample uit “Engel Der Luft” van Krautrock-adepten Popol Vuh) aan dat het gedaan is en we naar huis mogen. De laatste doet het licht uit….

Muzikale meerwaardezoekers, die zich hebben aangesloten bij het Dntel-legioen na zijn vorige meer toegankelijke releases, gaan nu vermoedelijk even het noorden kwijt zijn. Ze staan in het kniehoge gras op de zachte berm wat beduusd en verweesd te staren naar de voorbijtrekkende gedefragmenteerde Circus Tamborello-karavaan. Ze moeten gewoon even geduld hebben. Als je erin slaagt de sterkhouders netjes aaneen te rijgen, blijkt “Aimlessness” een onderhuidse groeiplaat te zijn, die bij elke beluistering aan consistentie en uniformiteit wint.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten